Tekstschrijver | Rotterdam
Blog

Gênante momenten die je liever voor je houdt

We kennen allemaal van die gênante momenten in ons leven waarbij je op wilt lossen in het niets. Als je iets stoms zegt of doet. Of te eerlijk bent. Soms is het beter om je gênante moment toch onder ogen te zien en ze te delen want eerlijk duurt het langst. ‘To come clean’ zoals de Amerikanen zo mooi zeggen. Daarbij is het ook nog goed voor je karmapunten. Hieronder 5 situaties van gênante momenten met voorbeelden, oplossingen en welk voordeel je eruit kunt halen.

1. Bij hoog en bij laag beweren dat je gelijk hebt – en dat het niet zo blijkt te zijn | Ook wel: je eigen schuld

Van de week deed ik ’s ochtends mijn rechterlens in en direct ging ik door de grond van de pijn. Mijn oog werd rood, traande als de Haringvlietsluis en draaide op exorcist-achtige wijze alle kanten op. Kronkelend over de grond lukte het om de lens uit mijn oog te plukken. Een geïrriteerd oog, dacht ik. Even rust gunnen. De volgende dag probeerde ik het weer maar er gebeurde precies hetzelfde. Nu toch redelijk in paniek, zat ik even later in de stoel van de opticien. Ik was ervan overtuigd dat mijn netvlies los aan het laten was. De opticien kon niets raars zien in mijn oog. Hij bestelde een nieuwe lens, want hij vermoedde dat het dan toch aan de lens moest liggen… Ik mocht van hem wel de andere lens indoen. Toen ik dat thuis probeerde, gebeurde wéér hetzelfde…Nadat ik brullend de linkerlens van mijn netvlies had weten af te schrapen, viel mijn rooddoorlopen oog op mijn wastafelplankje. Waar de lenzenvloeistof gebroederlijk naast de make-up remover staat. Het kwartje viel… Mijn lenzen hadden twee etmalen lekker in make-up remover liggen dobberen. Op oliebasis.

Oplossing: Gewoon eerlijk opbiechten dat je zelf een stommiteit hebt begaan. De schaamte ondergaan is minder omslachtig dan liegen.

Waarom: Dat maakt je sympathiek en dan krijg je later meer gedaan.

2. Als je huisdier iets doet | eigenlijk buiten jouw schuld dus

Iedereen met een huisdier heeft het wel eens gezegd: ‘Dat doettie anders nóóit!’ De meeste mensen doorzien dat natuurlijk meteen. Mijn hond B. had de neiging om op ongepaste momenten zijn poot te heffen en ergens tegenaan te plassen. Zo plaste hij op het strand of in het bos regelmatig over de tas van mensen die daar lekker lagen of aan het frisbeeën waren. Ik probeerde het vaak te vergoelijken met opmerkingen zoals: ‘Er kwam niets meer uit hoor, hij is leeg.’ Mijn vader vertelde een keer over zijn hond Sandy, die hij als tienjarig jongetje dagelijks uitliet. Mijn vader stond zich te vergapen aan een etalage toen er opeens een keurige vrouw naast hem stond. Panty, hoge hakken, met benen als kaarsrechte lantarenpalen. Sandy besnuffelde de kuiten en… hief zijn poot. Mijn vader is heel hard weggerend en durfde op de hoek Sandy pas te roepen.

Oplossing: Het is eigenlijk niet jouw schuld maar die van je onopgevoede huisdier. Dus steek je neus in de wind en doe net alsof dat beest niet van jou is.

3. Je stoerder voordoen dan je bent

Tanya en ik liepen op een vrijdagavond laat door de Haagse Vlamingstraat. Een man van een jaar of 30 haalde zijn geslacht uit zijn broek en begon er mee naar ons te zwaaien. Het woord swaffelen bestond nog niet, het was de tijd van ‘Een slimme meid is op haar toekomst voorbereid’. We waren zestien jaar. Slim en voorbereid als we wilden zijn, riep Tanya ‘Zo, dat is ook géén grote piemel!’ Veel ervaring met piemels hadden we nog niet maar we zagen wel dat Tanya ongelijk had. Er hing een apparaat van formaat. Dat wist de man ook en zei: ‘Doe niet zo wijs joh. Wil je hem anders even in je mondje, om te kijken hoe groot die echt is?’ We wisten niets meer uit te brengen en bliezen, bleu als we waren, de aftocht.

Oplossing: Bijt op je tong, buig je hoofd en probeer ongezien weg te komen om een diepere afgang te voorkomen.

Voordeel: Als je je stoerder voordoet dan je bent, kun je in spannende situaties of avonturen terecht komen. Maar weet wanneer je weer je nederige zelf moet zijn. Bijkomend voordeel van bovenstaande situatie: Tanya en ik zijn na het ‘mondje-incident’ nooit meer echt onder de indruk geweest van grote apparaten.

4. Te eerlijk zijn

Deze zomer liep het damestoilet op het werk niet helemaal vlekkeloos door. Zo ook die keer dat ik moest, net voor een deadline. Ongeduldig keek ik naar het water dat omhoog kwam in plaats van dat het wegliep. Ik stond voor een dilemma. Weglopen en doen alsof het niet tijdens mijn bezoek was gebeurd. Of mijn collega’s vertellen dat de wc weer verstopt zat en de storingsdienst bellen. Ik koos voor het laatste want als ik weg zou lopen, zou een andere collega op een gegeven moment binnenstormen en verontwaardigd roepen dat iemand zijn shit niet had opgeruimd. En ik wist van tevoren dat ik dan betrapt zou zijn omdat ik rood zou worden. Want ik had namelijk een drolletje gedaan. Dat niet wegspoelde.

Maar ik zou het ook gênant vinden als de storingsmonteur mijn drolletje zou zien. Daarom pakte in een flinke dot wc-papier, vermande mezelf en viste het drolletje uit de pot. Snel keek ik of er niemand in de gang was en rende met het pakketje de mannen-wc in. Daar loosde ik het drolletje. Terug in de studio vertelde ik mijn kantoorgenoten dat de wc verstopt was en ik een melding zou maken. En toen gebeurde het. Om een of andere duistere vertelde ik er achter aan dat mijn drolletje boven was komen drijven en wat ik er mee had gedaan. Ik dacht nog ‘wáárom vertel ik dit’ toen ik in hun perplexe gezichten aanschouwde maar gewoon door ratelde.

Oplossing: Geen idee. Probeer jezelf in te houden en denk eerst: Wat zou prinses Beatrix doen?

Voordeel: Het voordeel van dat ik te eerlijk was, is dat mijn kantoorgenoten het vergeten lijken te zijn. En ze weten dat ik altijd de waarheid – en méer – vertel. Wat mij van pas kan komen als ik een keer moet liegen.

5. Lichamelijke dingen | van jezelf of iemand anders

Soms, als het koud is, vergeet ik om op tijd mijn neus op te halen. Dan valt er een druppel snot uit mijn neus. Meestal is dat net als ik in gesprek ben met een winkelverkoopster of een klant. Afhankelijk van mijn bui, negeer ik het of benoem ik het luchtig alsof het de normaalste zaak van de wereld is waar je je niet voor hoeft te schamen. Van een geheel andere orde is het volgende verhaal…

Janneke, een vriendin van mij, zat jaren geleden in de trein. Tegenover haar zat een hele lieve, oude vrouw. In de mondhoeken van de vrouw zaten witte kloddertjes opgedroogd spuug. De vrouw begon een gezellig gesprek en sproeide ook Jannekes gezicht onder. Er landde een brokje opgedroogd spuug precies op Jannekes lip. Janneke voelde het en de vrouw zag het. Allebei waren ze een paar seconden lang verlamd, wat moesten ze doen? Waar moest Janneke het brokje laten? Het liefst wilde Janneke van afschuw gillen. Maar het was zo’n lieve vrouw die zo blij was met haar aanspraak. Janneke deed het meest nobele dat ze kon doen: ze perste haar lippen op elkaar en slikte het brokje door. Zichtbaar opgelucht kletste de vrouw verder tot de eindbestemming was bereikt.

Oplossing: Geen. Maar misschien had prinses Beatrix een tissue gepakt.

Voordeel: Janneke heeft hiermee voor 20 jaar karmapunten gescoord. Soms moet je zelf je meest embarrassing moment beleven om een ander de schaamte te besparen.

Het enige dat ik nu nog moet doen, is de opticien opbiechten dat er niets met mijn lenzen aan de hand was.

Drolletje